Zwenkaandrijvingen
Volgens de EN ISO 5211 is er sprake van een zwenkaandrijving indien voor een complete bediening minder dan een hele slag aan de afsluiteringang noodzakelijk is.
Zwenkafsluiters - kleppen of kogelkranen - zijn vaak doordraaiend uitgevoerd. Teneinde bij handmatige bediening de eindstanden desondanks nauwkeurig te kunnen toucheren, beschikken de zwenkaandrijvingen SQ over interne eindaanslagen.